“Ik blijf me bewust van plekken waar je even kan schuilen”

 

OOSTERPARKWIJK Vanaf april 2021 liepen vijf ‘verkenners’ door vijf wijken van Groningen. Niet om van alles te doen, maar om te kijken, te luisteren en te ontmoeten. Wat hebben ze geleerd? Nick Everts maakte kennis met de Oosterparkwijk.

 

Onlangs vroeg iemand me met welke verwachtingen ik begon. Gek genoeg had ik weinig verwachtingen. Ik was nieuwsgierig naar wat ik zou tegenkomen. Tegenkomen in de wijk, maar misschien ook nog meer tegenkomen in mezelf. Tijdens het verkennen heb ik verslagen bijgehouden. Hierbij deel ik enkele kenmerkende momenten uit mijn reis.

 

Vanaf het begin heb ik ervaren dat de wijk groot is. Ik heb daarin gaandeweg mijn manier van verkennen moeten leren kennen. In mijn eerste verslag zie ik hoe ik probeer gestructureerd buurt voor buurt te verkennen. Zo schreef ik in april 2021:

 

“Mijn insteek is om door elke buurt te wandelen, te zitten op een centrale plek en me zo bloot te stellen aan het eigene van elke buurt. Voordat ik per buurt mijn observaties deel, valt het me op dat de buurten sterk van elkaar verschillen. Zowel qua bouw als qua uitstraling.”

 

Waar begin je?

Deze gestructureerde start verdoezelt het gevoel dat ik als een kip zonder kop door die wijk liep. Met de kennis van nu te snel en te planmatig, maar goed, waar begin je? Een volgende keer begon ik juist aan de grenzen van de Oosterparkwijk. Iets dat ik vaker ben gaan doen. Niet alleen is de bebouwing divers, ik merk ook dat er op onverwachte plekken leven is. Op sommige plekken wordt gebouwd (vermoedelijk niet voor mensen met een smalle beurs), op andere plekken is een creatief broeinest of zijn alternatieve vormen van wonen. Denk aan de Paradijsvogeltuin, de woonboten, het Betonbos, de studentenflats en de Bed-Bad-Broodboten van INLIA.

 

In een van mijn eerste verslagen merk ik op dat er veel verschillende belangen en plannen zijn. Zo wil de gemeente dwars door de Vinkenstraat een busbaan aanleggen. Een straat die dwars door een buurtje loopt. Voor zoiets als de Paradijsvogeltuin zou het een ramp zijn en voor de man van de bloemenkraam op het Wielewaalplein ook.

 

Een flinke plensbui

Verkennen maakt je ook gevoeliger voor zaken als de invloed van het weer. Na een paar keer strategisch een droog moment in de week gekozen te hebben, ontkom ik er toch niet meer aan. Een flinke plensbui. Als ik mijn verslag teruglees van die dag, dan denk ik dat ik die bui nodig had. Zo schrijf ik:

 

“Door de ervaring van even tevoren, kijk ik met een andere blik rond. Waar zou je kunnen schuilen als het regent? Mensen die op straat leven, zullen deze plekken noodgedwongen kennen. Normaal zou ik eraan voorbijgaan, maar de rest van de dag blijf ik me bewust van plekken waar je even kan schuilen.”

 

Het is niet alleen het slechte weer dat invloed heeft. Ook een zonnetje zorgt dat je de wijk anders beleeft. En ik niet alleen, dat geldt evenzogoed voor de bewoners. De bewoners die ik na de eerste paar keer toch graag wel zou willen ontmoeten. Sommigen hebben mijn interesse al extra gewekt. Een groepje mensen dat zit te vissen bijvoorbeeld of de mensen die bij de Bed-Bad-Broodboten zitten. Overigens wist ik aanvankelijk niet wat deze boten precies waren. Diverse keren ben ik erlangs gelopen en durfde ik of lukte het me niet om over de drempel te stappen om contact te maken.

 

Toen het op een dag wel lukte en ik pas drie uur later weer verderging, kon ik me al bijna niet meer geloven hoe gemakkelijk het eigenlijk was. Het hielp me ook om op andere mensen af te stappen. Een van mijn vaste plekken zouden de bankjes bij de ganzen bij het Wieleplein worden. Van tijd tot tijd komen hier mensen. Toen ik ergens in juli aan iemand vroeg of ik erbij mocht zitten, wist ik nog niet dat we elkaar daar geregeld zouden treffen. En nog veel anderen.

 

Stiekem een biertje

Op het eerste gezicht is de plek bij het Wielewaalplein wat viezig. Tenminste, dat is een manier om ernaar te kijken. Een andere manier om ernaar te kijken is dat het levendig is en toch enige anonimiteit biedt. Mijn gezelschap drinkt geregeld een biertje daar. Stiekem, want het mag officieel niet. Iets waar ik me nauwelijks zorgen over zou maken. Tot mijn verbazing blijkt de handhaving geregeld op te treden, waardoor het drinken van een biertje al snel een spannend gebeuren wordt.

 

Sommige ontmoetingen blijven je bij. De eerste keer dat ik iemand trof die in een auto sliep, of die keer dat een ondernemer aangaf er elke maand geld bij in te leggen, of die keer dat iemand duidelijk psychiatrische nood had en de gemeente na een melding opmerkelijk snel reageerde, of die internationale studenten die op straat hadden overnacht omdat ze geen huis vonden, of… of. Er is nog een hele reeks aan ontmoetingen en momenten te delen. Ik hoop dat meer mensen de tijd gaan nemen om hun buurt open te benaderen.

 

Nick